Afvoer van grond met exoten: hoe zat het ook alweer?
Het vervoeren van grond met daarin invasieve exoten (bekende exoten als duizendknoop en reuzenberenklauw) is wettelijk verboden, behalve in specifieke gevallen van uitroeiing, bestrijding of beheersing. De reden hiervoor is dat levende plantenwortels of stengels zich uit de grond kunnen ontwikkelen tot nieuwe planten, wat leidt tot verdere verspreiding. De Reuzenberenklauw bijvoorbeeld groeit vooral langs watergangen, wegen en spoorlijnen. De plant ontwikkelt zich enkele jaren vegetatief voordat ze bloeit – meestal tussen eind juni en augustus. Eén bloemscherm kan meer dan 20.000 zaden produceren. Deze vallen meestal binnen 25 meter van de moederplant in de toplaag van de bodem en blijven tot wel zeven jaar kiemkrachtig. Verspreiding vindt, anders dan de duizendknoop, plaats via wind, water en – niet onbelangrijk en gelijk aan duizendknoop– menselijke activiteiten zoals maaien, grondverzet en transport. Juist deze laatste vorm van verspreiding staat in toenemende mate ter discussie.
Bij grondverzet is het belangrijk om voorafgaand risico’s te inventariseren en afspraken te maken en te zorgen voor een verantwoorde afvoer van met duizendknoop of andere exoten besmette grond naar een gespecialiseerde verwerker. Een goede depot(in-)keuring met aandacht voor deze exoten is hierbij zeer relevant! Handvat hiervoor wordt gevormd door het door bodembrancheverenigingen VVMA/VKB opgestelde protocol.
Het VKB/VVMA-protocol is een onderzoeksmethode om onder andere Aziatische duizendknopen in grond te detecteren, met name wanneer ze niet meer direct herkenbaar zijn in een groeiseizoen. Dit protocol wordt gebruikt als onderdeel van een groter Landelijk protocol omgaan met Aziatische duizendknopen, dat richtlijnen biedt voor beheersing en preventie van verspreiding. Het VKB/VVMA-protocol specificeert dat grond met deze wortelresten met zorg en onder strikte voorwaarden moet worden behandeld om verdere verspreiding te voorkomen.
Wat te doen met besmette grond?
- Afvoeren:
Grond met duizendknoop moet worden afgevoerd naar een erkende verwerker, zoals een gespecialiseerd groenafvalbedrijf of soms bij de milieustraat (informeer bij je gemeente).
- Voorbereiding:
Voordat de grond wordt afgevoerd, kunnen de bovengrondse delen en de grotere wortelstukken worden verwijderd en afgevoerd als groenafval.
- Teruggebruik:
Als er wordt afgegraven, kan de gezeefde grond soms weer worden hergebruikt, mits de plekken nauwkeurig worden gecontroleerd op nieuw opkomende plantjes.
- Nazorg:
Nazorg is essentieel om te controleren of alle worteldelen zijn verwijderd en om eventuele nieuwe uitlopers te verwijderen.
Voorbeeld uit de praktijk
In de winter werd op een locatie een reguliere in-situ partijkeuring (AP04) uitgevoerd. Er waren op dat moment geen zichtbare aanwijzingen voor de aanwezigheid van Reuzenberenklauw. Enkele maanden later stond het betreffende gebied echter vol met volwassen planten.
Duidelijk is dat grond waarin zaden van Reuzenberenklauw aanwezig zijn, bij transport kan leiden tot verspreiding en hergroei op een nieuwe locatie. Dat roept de vraag op: is grondtransport in zulke gevallen nog toegestaan?
Wat zegt de wet?
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), verantwoordelijk voor toezicht op naleving van de EU-verordening, is hierover geraadpleegd.
Volgens Artikel 7 van de Europese verordening is het in de handel brengen van een invasieve soort verboden als er sprake is van opzet. Met andere woorden: alleen als iemand bewust grond met zaden van Reuzenberenklauw verhandelt, is sprake van een overtreding. De bewijslast daarvoor ligt bij de NVWA.
Een voorbeeld van opzet kan zijn: het afgraven van grond op een locatie waar zichtbaar bloeiende planten aanwezig zijn. Om handhavend te kunnen optreden, moet dat echter herleidbaar en aantoonbaar zijn – wat in de praktijk lastig is.
Meer nadruk op bewustwording
De NVWA benadrukt dat handhaving lastig is en richt zich daarom vooral op voorlichting en bewustwording in de sector. Net zoals bij Aziatische duizendknopen groeit ook hier de aandacht voor preventieve maatregelen.
De praktijkcasus laat zien hoe belangrijk vroegtijdige signalering en zorgvuldige omgang met grond is. Zeker bij projecten met graafwerkzaamheden of grondverplaatsing, is het cruciaal om alert te zijn op mogelijke aanwezigheid van invasieve soorten. Hiermee kan verdere verspreiding worden voorkomen, maar ook dat er civiele zaken worden aangespannen als de grond toch vervuild blijkt te zijn.
Meer weten? De leermiddelen zijn beschikbaar via Groen Kennisnet en bij ons buro!
Voor professionals die in aanraking komen met invasieve exoten zijn er diverse kenniskaarten, trainingen en digitale leermiddelen beschikbaar. Deze ondersteunen bij het herkennen van soorten en het toepassen van de juiste maatregelen.
Deze leermiddelen zijn mede ontwikkeld met steun vanuit de Kennis- en Innovatieagenda Landbouw, Water en Voedsel.
Vraag in voorkomende gevallen naar één van onze specialisten op het vlak van invasieve exoten op onze kantoren in Dordrecht en Zutphen.
Let op: de basis van dit artikel is met zorg samengesteld door het Kennisnetwerk Invasieve Exoten in samenwerking met de NVWA en biedt algemene informatie. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. Voor juridische interpretatie van regelgeving wordt geadviseerd contact op te nemen met de bevoegde autoriteiten.